Verslag van het onderzoek (2023-2024) naar de werkwijze van buurtorganisatie Buurtmoeders MoedersKracht
Introductie
21 maart 2023- Piet Mondriaanplein, Amsterdam Nieuw-West
“Vanavond loop ik mee met vijf vrijwilligers van Buurtmoeders MoedersKracht bij de preventieronde. We verzamelen om 7 uur ‘s avonds bij het ‘WPT’, de vestiging van het Wijkpraktijkteam van de Gemeente Amsterdam in Slotervaart. De vrijwilligers trekken gele hesjes aan, met het logo van Buurtmoeders MoedersKracht op hun rug. Zo kunnen de jongeren op straat hen van ver zien aankomen.
Drie keer per week lopen de vrijwilligers de preventieronde rondom het Piet Mondriaanplein in Amsterdam Nieuw-West. Ik heb veel over de preventierondes gehoord, en voor het onderzoek ga ik in levende lijven ondervinden wat het inhoudt door mee te lopen. Ik merk dat ik het spannend vind. Zal er iets gebeuren? Komen er confrontaties? De vrijwilligers zijn kalm. Ze hebben net via de telefoon contact gehad met Ilhame, die met het veiligheidsteam hotspots heeft geïdentificeerd. In deze ronde lopen we wat vaker langs die plekken.
Op rustig tempo beginnen we aan de ronde. Algauw blijkt dat het rustig op straat is. Een van de vrijwilligers legt mij uit dat de jongeren ondertussen weten dat de Buurtmoeders eraan komen. “Gaan de jongeren dan niet ergens anders naartoe, of op een ander tijdstip?” vraag ik, maar volgens de vrijwilliger is dat geen issue. Het feit dat er minder overlast veroorzaakt wordt en dat de houding van jongeren is veranderd is een teken van vooruitgang.
De sfeer bij de vrijwilligers is gemoedelijk. Tussen de gesprekken door worden foto’s van straatvuil gemaakt, en worden de mensen die we tegenkomen nauw in de gaten gehouden. Wanneer we over het Piet Mondriaanplein lopen legt een van de vrijwilligers uit dat hier veel overlast was van jongeren en dat het nu minder is. Bijvoorbeeld tijdens Oud & Nieuw, wat afgelopen jaar veel rustiger verliep dan voorheen. Het was zelfs zo dat jongeren riepen: “De Buurtmoeders komen eraan!” en dat ze stopten met vuurwerk afsteken.
Niet dat de ontvangst van de Buurtmoeders altijd positief is geweest. In het begin noemden sommige jongeren, en zelfs enkele moeders uit de buurt, hen verraders. Dat andere moeders hen zo noemden vindt de vrijwilliger die mij dit vertelt onbegrijpelijk. Ze legt uit dat het ten slotte hun kinderen zijn die de vrijwilligers “opvoeden”.
Nu is het anders. Jongeren spreken de vrijwilligers respectvol aan als khaltou, Marokkaans voor tante. Langzaam is er een band opgebouwd. De ogen van de vrijwilliger schitteren wanneer ze om zich heen kijkt. “Ik ben trots op ons, en trots op onze kinderen.”